Martha Dwi Susilowati wil nu vooral mensen leren kennen
Martha Dwi Susilowati is bij de bblthk sinds januari 2025 bezig met NT1’ers, mensen die Nederlands als hun moedertaal hebben, maar moeite hebben met lezen, schrijven en digitale vaardigheden. Het is vaak lastig voor deze groep om mee te komen in onze maatschappij, zo constateerde de overheid een jaar of tien geleden. Maar wie zijn dit, kun je ze motiveren om hun vaardigheden bij te spijkeren? En hoe bereik je ze eigenlijk?
Martha is nu vooral bezig met die laatste vraag, hoe bereik je de NT1-doelgroep? “Je kunt dan denken aan de gemeente, sociale partners zoals Solidez, apothekers en huisartsen, en zeker ook de werkgevers. Bijvoorbeeld in de bouw, de schoonmaak of de groenvoorziening. En ik ga naar de wijkhuizen – in de Nude, de Pomhorst of Ons Huis – om mensen te ontmoeten.”
Ze is bij de bblthk consulent basisvaardigheden, gericht op NT1’ers. Ze werkt in die functie samen met de mensen van het Digitaalhuis. De bibliotheek is voor haar een vertrouwde omgeving. Ze begon een paar jaar nadat ze in 1999 vanuit Indonesië naar Nederland kwam, een bibliotheekopleiding en werkte jaren bij de bibliotheek in Arnhem. Ze gaf verder cursussen over digitale vaardigheid aan NT1’ers in de Bibliotheek Rivierenland, een bibliotheek met verschillende locaties in die regio. Verder vertaalt ze soms als literair vertaler vanuit Nederlands naar Indonesisch.
Deur te ver
“Als volwassene ben je laaggeletterd wanneer je moeite hebt met lezen, schrijven of rekenen. Dat gaat vaak samen met beperkte digitale vaardigheden”, legt ze uit. “We willen weten van mensen: wat zou je willen leren?”
Om die vraag te stellen, werkt ze samen met bijvoorbeeld Solidez. Ze komt in het inloopcentrum Markt 17 en gaat ook vaak naar de wijken om mensen te ontmoeten. “Het is moeilijk om ze te bereiken, want ze komen niet uit zichzelf naar je toe”, vertelt Martha. De bibliotheek is echt een deur te ver. “Je kunt wel jezelf laten zien in wijkhuizen, mensen een vertrouwde en veilige omgeving bieden, interesse tonen en ze leren kennen.”
Dat is de eerste stap. “Daarna wil ik onderzoeken wat ze graag willen leren.” Dat lesaanbod moet ook bij hen passen. “Het werkt beter als het persoonlijk is en ze een familiegevoel ervaren, het gevoel dat je welkom bent en dat mensen het leuk vinden als je komt. Dus als er verbinding is. Als mensen met plezier komen en het gevoel hebben: je hoort erbij, blijven ze komen.”
“Het is ook aantrekkelijker voor mensen, zeker als ze wat ouder zijn, als ze wat ze leren direct kunnen toepassen. Leren om te leren werkt niet, want ze hebben vaak negatieve ervaringen met school.”
Zover is ze nog niet na een paar maanden. Stap 2 komt later. “Op dit moment zijn we vooral nog bezig om mensen te bereiken.”