Digitaal Huis Wageningen

Donderdagse leesgroep betekent heel veel voor deelnemers

Mijn hart ligt daar, zegt Sanaa uit Syrië. Haar man, die tijdens de oorlog gevangen zat, woont er nog. En Zalikha vertelt dat er bij de aardbeving van 6 februari in Turkije en Syrië 57 familieleden zijn overleden en gewond geraakt. Dat hoorde ze pas later, want direct na de aardbeving was er twee dagen lang geen internetcontact mogelijk.

Sanaa en Zalikha zijn twee van de deelnemers van een donderdagse leesgroep van het Digitaalhuis.

Het zijn verdrietige verhalen. Deze vrouwen zijn vaak heel intensief met hun thuisland bezig. De verhalen komen dan ook op de donderdagochtenden dat ze elkaar in de bblthk zien, op tafel. Maar ze komen er graag, zeggen ze, want het betekent veel voor hen. Niet alleen omdat ze er Nederlands leren, maar ook omdat ze elkaar kunnen ontmoeten en praten over van alles. “Altijd thuis is erg saai”, zegt Sanaa.

Normaal zijn er vijf dames die met Cobie Penning de Vries en Corrie van Zeist, vrijwilligers bij het Digitaalhuis, sinds september 2022 in een leesgroepje zitten. Vier uit Syrië en één uit Afghanistan. Vandaag is er naast Sanaa en Zalikha verder alleen Hanan nog, ook uit Syrië. Zij is docent Arabisch in de moskee. “Mensen uit bijvoorbeeld Marokko of Afghanistan komen erheen om de taal te leren.”

Veiliger

Wat doen ze op de donderdagochtend? “We lezen nu een boekje”, vertelt Corrie. “Het heet ‘Daria voelt zich thuis’ en het gaat over iemand die tegen dezelfde problemen aanloopt, zoals eenzaamheid in Nederland.”

Ze hebben ook een keer gezamenlijk de documentaire ‘Wie ben ik?’ gezien. Dat is een aangrijpende film over Wageningse migrantenvrouwen uit onder meer Syrië, Eritrea en Irak. Fijn om naar te kijken, vindt Hanan. Het ging over gevoelens die ze herkennen, zoals het verdriet en het missen van familieleden. “We missen onze familie ook erg”, zegt Zalikha, “maar het is hier veiliger. Het is beter.”

De vrouwen helpen elkaar met moeilijke woorden tijdens de les, en ook tijdens het interview. Ze leven erg met elkaar mee, bijvoorbeeld bij het verdriet na de aardbeving of zorgen over het lot van vrouwen in Afghanistan. Maar volgens hun begeleiders gaan ze altijd vrolijk naar huis. Dan roepen ze: “tot volgende week!”

Thuis voelen

De Nederlandse lessen, niet alleen de leesgroep hier, maar ook lessen die ze bij Toptaal of bij NLTraining doen, helpen hen om zich beter te kunnen redden. Bijvoorbeeld in een winkel of op andere plekken waar ze de taal nodig hebben. Ze komen verder bij Compleet Mensenwerk, waar ook statushouders worden begeleid, hebben een buddy die hen helpt of gaan naar bijeenkomsten in Ons Huis, het gemeenschapshuis in Wageningen Oost.

Maar gedachten zijn elke dag wel bij haar zoon, broer en zussen daar, vertelt Zalikha. Dat zegt ook Hanan. “Er vallen nog steeds bommen op Damascus. We hebben elke dag wel even contact.” Toch maken de leesgroep en de andere activiteiten die ze ondernemen dat ze dat even kunnen vergeten. Het helpt dat ze zich hier beter thuis kunnen voelen.

 

Tekst en foto: Ton van den Born

Foto – vlnr (zittend) Hanan, Sanaa en Zalikha en (staand) Corrie en Cobie