Wekelijks uurtje SamenSpraak loopt altijd uit
“Ik waardeer SamenSpraak heel erg”, zegt Marcela Viquez. “Ik was bang voor Nederlands omdat je zoveel fouten kunt maken, maar ik heb mijn woordenschat nu enorm uitgebreid en ik heb ook veel meer zelfvertrouwen om Nederlands te praten. Dankzij Herman.” Marcela is voor een master en PhD (in plantenveredeling) tien jaar geleden vanuit Costa Rica naar Wageningen gekomen. Inmiddels hebben zij en haar man een dochtertje van drie. Die willen ze graag tweetalig opvoeden: Spaans binnenshuis en Nederlands daarbuiten.
Want, zegt ze, “om goed te integreren moet je toch de taal spreken.” Aan de universiteit is dat best lastig omdat iedereen Engels met je spreekt. “Maar ik schaam me een beetje als mensen denken ‘we moeten maar overstappen naar het Engels’. Aan de andere kant hoor ik ook weleens: ‘je spreekt goed Nederlands’. Dat geeft me een supergoed gevoel.”
‘SamenSpraak’ is een project van Gilde Wageningen, een van de ruim zestig actieve gilden in Nederland. Vrijwilligers, vaak gepensioneerd, willen zich met hun kennis en kunde nuttig maken voor de samenleving. Bijvoorbeeld in SamenSpraak, waarvoor ze met nieuwkomers afspreken opdat die de Nederlandse taal en cultuur beter leren kennen. “In principe voor één jaar”, zegt Herman Thunnissen.
Marcela had via vrienden over taalondersteuning gehoord en meldde zich op het spreekuur van het Digitaalhuis. Daar werd ze, omdat ze veel basiskennis had over lezen en schrijven en ook aan zelfstudie doet, doorverwezen naar ’t Gilde. “De begeleiding vanuit het taalhuis is vaak intensiever”, zegt Thunnissen. “Het gaat er niet alleen over spreken, maar ook over lezen en schrijven.” Marcela komt nu sinds maart 2019 wekelijks bij Herman op de thee en ze praten overal over.
Bijvoorbeeld over het onderwijssysteem (“heel interessant ook vanwege mijn dochtertje”), over politiek (“ik hou van democratie”), over Costa Rica, over luizenmoeders op de kinderopvang en over de film Zwartboek die ze pas gezien heeft. “Over van alles waar Marcela mee komt”, zegt Herman Thunnissen. “Naar de grammatica grijpen we echt maar heel af en toe. Het gaat vooral om praten en niet bang zijn om fouten te maken.” Heel veel dingen kun je anders ook niet leren, denkt Marcela. “Spreektaal bijvoorbeeld, zoals tot gauw, tot ziens, tot snel. Ik wil vooral de dagelijkse dingetjes leren, dat ik bijvoorbeeld met de juf in het Nederlands kan praten als ik mijn dochtertje ophaal of dat ik een berichtje kan sturen in het Nederlands.”
Het moeilijkste vindt ze de volgorde van zinsdelen in het Nederlands, het verschil in ‘scheidbare’ werkwoorden zoals onthouden, vasthouden en onderhouden en al die uitdrukkingen zoals ‘boter op je hoofd’ en ‘met je hoofd in de wolken’. Maar, zegt ze nog een keer, het is leuk en ontzettend leerzaam. En het uurtje SamenSpraak-theevisite loopt altijd uit.