Sandra Feenstra: ‘Leuk dat ik die woorden kan lezen’
Sandra Feenstra (58) leest hardop voor: “Dit is mijn kamer. Wim zit op een stoel.” Met veel enthousiasme en trots, want ze merkt dat het lezen steeds beter gaat. Feenstra is een van de vijf cursisten van José Corsius. Corsius heeft altijd in het onderwijs gewerkt en is na haar pensionering bij het Digitaalhuis begonnen.
“Een kennis bij Ons Huis (een Wagenings wijkcentrum) zei: ga toch mee naar het Digitaalhuis. Ik had ooit de lom-school gedaan, maar lezen en schrijven ging niet goed. Ik was heel stil op school, en volgens mij hebben ze me er nauwelijks gezien. Lezen en schrijven, dat deden mijn man of mijn zussen. Maar ik heb nu toch een stap gezet. En het komt goed. Ik heb een pasje van de bibliotheek en als ik straks in december ophoud met de lessen, ga ik boeken lenen om thuis te lezen.”
Ze is kunstenares – tekenen en schilderen – en exposeert af en toe. “Ik ben nu vier jaar weduwe. Ik heb nu een vriend en die steunt me hierin. Ik moest weer onder de mensen komen: sporten, koken, tuinieren. En dus ook tekenen en schilderen. En dan heb ik één keer in de week taalbegeleiding.”
Feenstra is heel enthousiast over die begeleiding. “Ik ben heel dankbaar. Leuk dat ik die woorden kan lezen. Straks ga ik het zelf doen, ik blijf positief.” Ze leest nog een stukje om te laten zien dat het echt goed gaat, steeds beter. Corsius vertelt dat ze veel lachen. “Ze heeft een grote fantasie en soms als ze dan leest, verzint ze er een hoop bij.”