Digitaal Huis Wageningen

NLeducatie gaat ook taalgroepen in Wageningen starten

 

‘Dan gaan er deuren open’

 

NLeducatie gaat in zeven gemeenten in de regio taalonderwijs verzorgen. In Wageningen gebeurt dat in samenwerking met het Digitaalhuis. Het is bedoeld voor een groep mensen die op een hoger taalniveau willen komen om bijvoorbeeld een opleiding te doen of een baan te vinden. Dat vertelt Susan Finke, projectleider in de regio.

 

“Zo is er iemand die yogadocent wil worden en merkt dat haar taalniveau tekort schiet”, zegt Susan Finke. Je kunt ook denken aan de weduwnaar wiens vrouw altijd alle taaldingen deed, een moeder die haar kinderen wil helpen of iets wil betekenen in de wijk, de Turkse vrouw die een baan in de zorg wil vinden of de Eritrese man die een taalopstapje nodig heeft voor een opleiding.

 

De groep wordt wel omschreven als mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt of een laag participatieniveau in de maatschappij. “Die mensen kunnen bij NLeducatie les krijgen”, zegt Finke. “We werken daarin samen met taalhuizen in de regio en met het Digitaalhuis in Wageningen.”

 

De samenwerking met NLeducatie is heel vers en voor Susan Finke is het net zo nieuw. Ze was projectleider inburgering bij Vluchtelingenwerk. Ze is 1 februari bij NLeducatie begonnen. De opleidingsinstelling ( ‘zusterorganisatie’ van NLtraining) gaat ook in de Foodvalley formeel onderwijs verzorgen. Volwassenonderwijs voor niet-inburgeringsplichtigen en laaggeletterde Nederlanders. Dat zijn lessen met huiswerk, twee keer drie uur per week. Na een jaar doen cursisten een eindtoets en krijgen ze een diploma. “In april beginnen er in Ede twee groepen.”

 

“Nieuwe cursisten komen niet rechtstreeks bij ons, maar ze kloppen aan bij het Digitaalhuis”, legt Finke uit. “Iedereen in Wageningen die de taal beter wil leren spreken of schrijven, gaat daarheen. Zij plaatsen dan mensen in een taalcafé, koppelen ze aan een taalmaatje of sturen ze naar ons.” Het Digitaalhuis gaat nu ook gewoon door, ondanks corona. Taalkoppels spreken elkaar, coronaproof, in de bblthk of online. En aanmelden kan nog steeds.

 

“Ze komen als ze bij NLeducatie komen, in een groepje van zeven of elf cursisten terecht. De lessen zijn in de ochtend, middag of avond, wat hun het beste uitkomt. In een jaar tijd willen we ze een taalniveau hoger brengen, dus van A1 naar A2 (anderstaligen) of van 1F naar 2F (Nederlandstaligen).”

 

“Omdat er veel gebruik wordt gemaakt van de computer, kan het zijn dat je er begint met digitale vaardigheden. Cursisten gaan ook thuis opdrachten maken. En in de taalles, die bijvoorbeeld in lokaaltjes in buurthuizen plaatsvindt, laat een docent ze veel praten. Soms zijn er praktijklessen. Dan gaat de docent met een groepje naar de bibliotheek of ergens anders heen om te laten zien wat je daar kunt doen.”

 

Ja, zegt ze, “het is nu best moeilijk om te laten weten dat we bestaan. We gaan posters maken samen met het Digitaalhuis. Die komen bij huisartsen, apotheken, fysio’s te hangen; plekken waar mensen nu nog wel heen kunnen. Ook samenwerking en contact met welzijnsorganisaties, kerken, organisaties die weer met de doelgroep in contact staan, kan helpen om die doelgroep te bereiken. Deze organisaties kunnen tegen mensen zeggen: wil je beter leren spreken of schrijven, ga eens vragen bij het Digitaalhuis.”

 

“Ik ben erbij als groepen starten”, zegt ze. “En ik blijf betrokken. Het is dan erg mooi als het ze uiteindelijk lukt om een diploma te halen. Dan komt er zeker een feestje. En ja, ik zie dan wat het mensen kan brengen als ze taalvaardiger worden. Dan gaan er deuren op.”

 

Tekst en foto: Ton van den Born